w


Jachtluipaard of cheetah (Achionyx jubatus)



Uiterlijk

De Jachtluipaard is een middelgrote katachtige, met een stahoogte`, de 75 cm naderend (de poten zijn relatief lang) en een lichaamslengte van 110 tot 140 cm. De staart voegt daar nog ca. 75 cm aan toe. De vacht is zacht en niet erg lang. De basis pelskleur varieert van bleek geel tot gelig bruin, en het vlekkenpatroon kan heel onduidelijk zijn in de extreem droge zandwoestijnen maar zeer uitgesproken in het noorden en in de rots massieven zoals Hoggar en Tassili. In tegenstelling met het luipaard gaat het hier om echte stippen. De gewichten van de jachtluipaard liggen tussen de veertig en zestig kilogram, waarbij mannetjes groter en zwaarder zijn. In tegenstelling tot de andere katachtigen kunnen de klauwen niet ingetrokken worden, hetgeen hun spoor zeer "hondachtig" maakt.


Verspreiding

De jachtluipaard bewoonde vroeger heel Noord Afrika ten zuiden van de Tell Atlas en Hoge Atlas en grote stukken van de woestijn. Ook in het Sahelgebied was hij wijd verspreid. Nu komt hij alleen nog voor in de gebergten van de Hoggar en Tassili in Zuid Algerije en misschien nog in de Westelijke Sahara. In het grensgebied Egypte en Libië is de soort nog maar recent verdwenen. In het zuiden sloot zijn verspreidingsgebied naadloos aan met de soortgenoten uit de Savannes van West Afrika

Habitat / Leefgebied

Jachtluipaarden hebben, vanwege hun jachttechniek,een absolute voorkeur voor droge open gebieden of gebergten met brede weinig begroeide dalen. Het kan gaan om kort grasland, savannes, struiksavannes met Acacia en heel open bossen, vaak met jeneverbessen.Er mogen ook delen in zitten met stenige hellingen en valleien. Daarin vestigt een paar een territorium, wat door het mannetje op vaste plaatsen wordt afgebakend met urine . Jachtluipaarden mijden mensen en alleen bij grote droogte kunnen zij aan putten komen drinken.


Voedsel en jachttechniek

Jachtluipaarden proberen zo veel mogelijk grotere prooien zoals gazellen en jonge antilopen te pakken te krijgen, maar kunnen bij ontstentenis ook overleven met hazen, klipdassen en vogels zoals patrijzen, parelhoenders en jonge struisvogels en trappen. Ook vee zoals jonge kamelen en jongere verwilderde ezels worden geregeld gegeten. Aangezien hij in ons gebied geen rechtstreekse concurenten meer heeft, kan het dier naar het karkas van de kill terugkomen gedurende meerdere dagen. Hij rolt als het ware het vel naar boven en de kop blijft het langst onberoerd. Door het ontbreken van de andere grotere carnivoren, kan hij ook 's nachts jagen wat de efficiëntie van het jagen veel verhoogt. Ze begraven hun prooi niet. Het eten van aas is niet gekend. Jachtluipaarden kunnen solitair jagen, maar ook in familieverband ( tot 4 samen) en dit dan voornamelijk op grote prooien zoals verwilderde ezels. Tijdens hun jachttochten leggen zij grote afstanden af, maar in Noord Afrika is hier nog geen telemetrisch onderzoek op gedaan en dus niet gekend.

Voortplanting

Man en vrouw vormen niet echt een paar, maar een welbepaald mannetje of zelfs een mannetjesgroep kan haar territorium overlappen en haar dus steeds weer bevruchten als ze in oestrus komt. De jongen ( tot 3 ) worden over het hele jaar geboren en het is alleen het wijfje die de opvoeding van de jongen op zicht neemt Ze worden een tweetal maanden gezoogd kunnen tot anderhalf jaar bij hun moeder blijven. Vrouwtjes kunnen jongen krijgen tot een leeftijd van ca. 15 jaar.


Ontwikkeling van de jongen

De dracht neemt 90 à 95 dagen in beslag, waarna de pups in een verborgen plaats in het ouderlijk territorium, met een gewicht van ruim 300 gram, worden geboren. De ogen gaan open na 4 tot 14 dagen. De zoogtijd duurt ca. 8 weken, daarna ontvangen de pups door de volwassen dieren op gebraakt en voor verteerd voedsel en dit vanaf een leeftijd van 21-28 dagen.. Met drie maanden eten ze zelfstandig vast voedsel. Met 21 tot 22 maanden zijn de jonge wijfjes volwassen, de mannetjes vanaf 14 maanden maar hun echt volwassen gewicht bereiken ze pas na 4 jaar . Ze worden gemakkelijk 17 jaar oud (in gevangenschap zelfs tot 26 jaar)

Gedrag / Sociaal systeem / Dag- nachtritme

Het sociaal gedrag van de cheetah is uniek met semi-sociaal gedrag van de mannetjes en een asociaal gedrag van de wijfjes. Bij de mannetjes zijn er bovendien zowel territoriale als niet territoriale individuen. De leefgebieden van mannetjes en vrouwtjes cheetahs over lappen elkaar en jonge dieren worden gedwongen het gebied van de ouders te verlaten één maal dat ze zelfstandig zijn. Ze mijden elkaar en de territoriale mannetjes gebruiken daarvoor veelal een uitgesproken markering met urine en uitwerpselen. In de Sahara zijn het voornamelijk nacht en schemerjagers. De vrouwtjes hebben verschillende soorten geluiden voor contact met de jongen. Voor de Sahara gebergten van Zuid Algerije werd een dichtheid van 0,21 tot 0,55 dieren per 1000 km² vastgesteld en de grootte van de home range ligt er rond de 1580 km². Het is niet geweten of het hier om territoriale of niet territoriale dieren gaat.

Vijanden en doodsoorzaken

De mens is in Noord Afrika de enige vijand van de cheetah, nu dat de leeuw is uitgeroeid. Er zij n ook nooit geen gevlekte hyena's in dit gebied aanwezig geweest. Vroeger werd het dier voor zijn vel bejaagd en in de toeareg hiërarchie is een cheetah vel op een kamelenzadel fel begeerd. Nu gaat het om domweg doden van dieren die verzwakt zijn en aan waterpunten gevonden worden en dan als "gevaarlijk" gedood door autoriteiten of soldaten maar als er aanvallen zijn op vee, zoals jonge kamelen zal het dier door de toearegs gedood worden.


Relatie met mensen

Jachtluipaarden worden door de Toeareg veetelers als een veel kleiner probleem beschouwd als bijvoorbeeld de jakhals en het doden van een geit wordt meestal getolerred omdat in hun gedachtenwereld de cheetah een edel dier is dat met respect behandeld moet worden en zeker niet zo maar gedood. Dit wil niet zeggen dat het dier niet weggejaagd mag worden en de herders gaan deze dan ook met stokken te lijf. Jonge dieren worden 's nachts meestal in een veilige plaats (door een soort huisje te maken door grote platte stenen op te stapelen), opgeborgen. Ook hier is het weer eerder een maatregel tegen jakhals als tegen cheetah. Vergif wordt bijna niet gebruikt en het eten van aas wordt niet vermeld.

Bedreiging en Status

De jachtluipaardenpopulatie van Zuid Algerije wordt op een 250 tal dieren geschat en komt volledig binnen 2 nationale parken voor. De soort is er een bij wet beschermde diersoort. In theorie is de soort dus goed beschermd maar blijft door zijn kleine populatie kwetsbaar.



NABCS

NABCS steunt lokale onderzoekers die deze soort bestuderen en vraagt de lokale natuurliefhebbers en fotografen hun ogen en oren open te houden wat het eventuele voorkomen in het Sahara Atlas gebied betreft. Het leert de veldmensen ook naar deze soort te zoeken via opleiding en tips rond sporen zoeken en markeringsgedrag.

Geraadpleegde literatuur:

Belbachir, F. et al: 2015 : Monitoring Rarity: the critically endangered Saharan cheetah as a flagship species of a threatened ecosystem. PLos ONE 10(1) : e0115136 Kingdom, J. 2013. Mammals of Africa. Volume V, 187-196. Bloomsbury, London.