geografisch werkgebied

Het NABCS richt zich op de Noord-Afrikaanse landen waar er onder de actuele politieke en veiligheidsomstandigheden gewerkt kan worden. Bij wijzigingen kan dit uitgebreid dan wel ingekrompen worden. Daarnaast zullen wij uiteraard het nodige doen om lokale initiatieven te ondersteunen. In de omschrijving per land kunt u een indruk opdoen van ons geografisch werkgebied.

Marokko

De naam Marokko (een verbastering van Maghreb door niet Arabieren) is zo genoemd omdat het destijds het uiterste westelijk gelegen gebied van het Islamitische Rijk was. De naam Maghreb kan verwarrend zijn want heel Noord-Afrika werd (en wordt nog wel) "al maghreb" genoemd. Daarom wordt Marokko ook wel al maghreb al aqsa (het verre Westen) genoemd.

Fysieke kenmerken

Marokko is een groot en langgerekt land met een oppervlakte van 446.550 km² waarvan 250 km² water. Het grenst in het oosten aan Algerije, en in het zuidoosten met Mauritanië. Daarnaast onverwacht ook aan Spanje, middels de enclaves Ceuta en Melilla. In het noorden en westen ligt de Middellandse zee en de Atlantische oceaan. Met een kustlijn van ruim 1800 km.

Klimaat

Een land wat loopt van de oceaan tot in de Sahara kent uitersten in klimaat, dat gaat zeker op voor Marokko. Per streek kan het klimaat verschillen. In het best bewoonde gedeelte heerst een mediterraan klimaat. De loop van het Atlasgebergte is voor regen bepalend. Aan de oceaan en mediterrane zijde wordt vochtige lucht opgestuwd. Resulterend in veel stuwingsregen. Die zich vertaald in succesvol gebruik van de grond voor landbouw en veeteelt. De andere zijde van de bergen, de zogenaamde regenschaduw is overwegend droog. Enkele rivierdalen zijn daar nog geschikt voor landbouw, daarna bepaalt droogte het landschap. Met uitgebreide steenwoestijnen en enkele oases.

Bevolking

Ten gevolge van de klimaatscheiding door het Atlasgebergte,, vertoont de bevolking een gelijk beeld. De meeste mensen wonen aan de westelijke zijde van de Atlas. De Sahara zijde is slechts sporadisch bewoont. Casablanca is de grootste haven en een industrieel en handelscentrum. De havenstad Tanger verzorgt het contact met Europa. De steden Fez, is cultureel en religieus toonaangevend, en Rabat als zetel van de regering zijn elk `hoofdsteden´ in hun soort. Bij toeristen zijn Marrakesh en Agadir, de onbetwiste trekpleisters van Marokko. De Marokkaanse bevolking maakt een snelle groei door, van 3,8 miljoen in een ruime eeuw tijd (1900 - 2010) tot 32 miljoen. Dat is achtmaal zoveel! De prognoses gaan tot 2050 nog steeds uit van groei. Marokko staat na Egypte en Algerije op de derde plaats, van de dichtst bevolkte Arabische landen. Aan opleiding heeft Marokko nog een zware taak. Voor 100% alfabetisering moet nog een ruim derde van de mannen en meer dan de helft van de vrouwen, scholing ontvangen.

Algerije

Fysieke kenmerken

Algerije is na de splitsing van Soedan thans het grootste land van Afrika. Met ruim 2.000.000 km ² . Uitgedrukt in onze eigen landen is dat ca 57× Nederland of 78× België. Het land wordt in het noorden door de Middellandse zee begrenst met 1000 km kustlijn. In het westen aan Marokko en Mauretanië. In het zuiden aan Mali en Niger en in het oosten aan Tunesië en Libië.

Geografie

Algerije valt geografisch in twee delen uiteen, het vruchtbare noorden langs de Middellandse zee en het veel grotere maar lege zuiden, de Sahara. Het noordelijk gebied is onderdeel van de zogenaamde Maghreb. En verreweg het dichtst bevolkt. Dit kun je nog nader verdelen in vier zones die ongeveer parallel lopen.

Beginnend in het noorden een smalle strook laagland langs de mediterrane kust. Dan volgt het Atlasgebergte, met nog steeds een mediterrane klimaat en veel regenval, waardoor erg vruchtbaar. Hoogste top ca. 2300 meter en door de kustligging ook heel veel sneeuwval: tot 4 m op de Babor berg.

Een dunbevolkt, spaarzaam begroeid plateau (ca. 1000 m) met wat zout- meren, waar vooral herders met hun schapen rondtrekken.

De Sahara Atlas, eveneens spaarzaam begroeid gebergte tot 2300 meter en voornamelijk in gebruik om geiten en schapen te weiden.

Het noorden van Algerije, wordt regelmatig getroffen door aardbevingen, met direct gevolgen voor mensen omdat deze streek dicht bevolkt is.

De Sahara is enkel in het zuiden hoog. Hoogste top in Ahaggar 2918 met veel andere toppen daar van rond de 2000 meter maar gemiddeld onder de 500 meter. Het is een dun bevolkt gebeid wat slecht met weinig vegetatie begroeid is. De bodembedekking is steenachtig, rotsen, keien of grind, meeste van de tijd dor en droog. In het zuiden en oosten bestaan er ook grote delen uit zandduinen.

Klimaat

Aan de middellandse zee is het subtropisch, droge hete zomer en milde, natte winters. De hoge plateaus hebben een steppe klimaat met in de zomer kans op traktatie uit de Sahara, een sirocco. (een verstikkende, hete wind) Zuidelijk van de plateaus begint de echte woestijn. Droog en helder, met enorme uitstraling en daardoor grote verschillen in dag en nacht temperaturen. De kust kent meestal een overvloedige neerslag, die naar het noordoosten toeneemt. En reikt tot in de kleine Atlas. Verder zuidelijk in het binnenland neemt de regen snel af. Onder invloed van de heersende wind in de seizoenen treden er wel behoorlijke verschillen op. In de zomer is de wind oost- en noordoostelijk. In de winter is die westelijk en noordelijk en veroorzaakt een toename van neerslag in het najaar. Deze neemt gedurende het voorjaar af en de zomer is doorgaans puur droog.

Bevolking

Met bijna 39 miljoen inwoners is wegens de immense afmeting van het land de bevolkingsdichtheid nog steeds laag. Zo´n 15 inwoners per vierkante kilometer. De bevolking bestaat overwegend uit Arabieren met 84%. De tweede groep wordt gevormd door de Berbers met 15%. De overige bewoners, waaronder Europeanen beslaat slechts 1%. Arabisch en Frans zijn de talen, daarnaast spreekt een vijfde van de bevolking een der Berbertalen. De Islam is de officiële godsdienst waartoe bijna iedereen behoort.

Tunesië

Voor de Europeaan heeft Tunesië voornamelijk betekenis als vakantieland. Het eiland Djerba en kustplaatsen als Hammamet, Port EL Kantaoui en Sousse, hebben een transformatie doorgemaakt, die wij ook elders langs de middellandse zee zich hebben zien voltrekken.Een kustlijn met flats. Hotels en appartementen, zo dicht mogelijk aan het strand. Het grootste deel van een toeristisch verblijf speelt zich af op een kleine oppervlakte, een soort driehoek tussen strand, restaurant en slaapplaats. De vroeg Europese toeristen, als de romeinen, trokken het land verder in en bouwde zelfs een indrukwekkend amfitheater, waarvan de resten in El Djem nu nog te bewonderen zijn. Dichter bij de hoofdstad Tunis, liggen resten van Carthago. Eens hoofdstad van het Carthaagse rijk, door Romeinen ingenomen en verwoest, maar vervolgens toch weer opgebouwd. En nu een archeologische bezienswaardigheid. Tunesië is vergeleken met zijn buurlanden een klein land. Maar wel in het bezit van zeer uiteenlopende landschappen.

Fysieke kenmerken

Tunesië ligt aan de middellandse zee, tussen Algerije in het westen en Libië in het zuiden. Het land is ongeveer vier maal België en vijf maal Nederland met een oppervlakte van 163.600 km².

Geografie

Het gevarieerde landschap bestaat uit een kuststrook in het noorden en oosten, en meet ongeveer 1200 km lang. Hier vind je prachtige zandstranden en baaien. In het westen en noordwesten loopt een gebergte tot aan Cape Bon in het noordoosten. Het centrale bergland loopt vanaf Algerije van west naar oost geleidelijk af. Met een hoogste top, even boven de 1500 meter. De zuidelijk gelegen kustvlakte bestaat uit vruchtbaar, golvend landschap. Begroeid met vele olijfbomen. Westelijk hiervan ligt een minder vruchtbaar steppegebied, begroeid met grassen, droge rivierbeddingen en zoutmeren. Nog zuidelijker vangt de Sahara aan met steenwoestijnen, en wederom zoutmeren en oases met palmbomen. Nog zuidelijker overgaand in droge zandduinen.

Klimaat

Het klimaat laat zich in drie typen verdelen. Noordelijk van de bergen en langs de kusten heerst het mediterrane klimaat. En valt de meeste regen, meer zelfs dan in Nederland.. Achter de bergen wordt het droger en start een steppenklimaat, waar het binnenland in valt. Zuidelijk overgaand in een heet en droog woestijnklimaat. Met temperaturen tot 50°C. Vorst kent men nauwelijks, enkel in de noordelijke, hogere bergen valt wel eens sneeuw.

Bevolking

Tunesië telt ruim 10 miljoen inwoners, tegenwoordig vooral Arabieren, waarmee de berbers zich vermengd hebben. Traditioneel woonde er grote groepen joden, en nakomelingen van verschillende Europeanen. Na 1956 zijn die bevolkingsgroepen sterk afgenomen. Na de hervormingen in 2011, kent Tunesië een parlementaire democratie. De godsdienst is islamitisch, met enkele kleine overige godsdiensten. De bevolking groeit. Jongeren trekken vooral naar de steden en laten een vergrijzend platteland achter.

Atlasgebergte

Het Atlasgebergte is voor noord Afrika bepalend, het loopt van west naar oost door de Maghreb landen, Marokko, Algerije en Tunesië. Het is een gebergte van ongeveer 2500 km lang. Het ontstaan moet gezocht worden in de tektonische werking tussen de Afrikaanse- en Eur-Aziatische plaat. Op het grensvlak lijdt dit tot plooiing van de gesteenten, waarbij het Atlasgebergte ten zuiden van de Middellandse zee is opgestuwd. Tot boven de 4000 meter. Toppen met eeuwige sneeuw in Afrika! Een dergelijk opgeplooid gebergte bestaat dan ook makkelijk uit achter elkaar liggende plooien. Die plooien noemen wij bergketens. Deze vertonen de nodige variatie en worden dan ook opgedeeld en aangeduid met meerdere namen voor een beter lokaal begrip. Van west naar oost komen wij diverse namen tegen. Beginnend in Marokko is dat Anti-atlas, Hoge Atlas en Midden Atlas. Richting Algerije onderscheid men dan nog de Kleine of Tell Atlas en de Sahara-Atlas. Aangekomen in Tunesië krijgt het de naam Dorsale Tunisienne. Het RIF-gebergte in Marokko wordt overigens niet tot de Atlas gerekend, maar is voor ons zeker net zo interessant.

Betekenis Atlas-gebergte voor roofdieren

Dat wij hier extra aandacht aan geven, wordt veroorzaakt door het feit dat gebergten, door hun mindere begaanbaarheid vaak ontsnappen aan intensief menselijke activiteiten. En dat biedt dieren vaak de gelegenheid op dergelijke plaatsen zich te onttrekken aan negatief, menselijke invloeden. Zo functioneren gebergten vaak als toevluchtoorden (refugia) voor diersoorten om een moeilijke periode niet uit te sterven, maar mogelijk in soms maar zeer kleine aantallen te overleven. Onze hoop en aandacht is daarom zeker op de wildere, dun- of niet bevolkte delen van de atlas gevestigd, waar het gaat om zeldzaam voorkomende soorten, als luipaard of panter, serval en caracal. Maar ook de otter en gestreepte hyena. In het Atlasgebergte komt de enige aap van noord Afrika voor. De berberaap, een makaak, die in groepen leeft in de cederwouden van de Midden-Atlas, en de eikenwouden van centraal Noord Algerije tot 2000 meter hoogte.. Dit is de soort die de Britten op het eiland Gibraltar hebben uitgezet. En voor veel toeristen is hij daar bekender dan in zijn eigen wouden.